Post by Hasenfratz on Sept 4, 2006 11:43:52 GMT 1
Na bijna omgekomen te zijn van verveling in sector 111 heeft Cmd. Hasenfratz een nieuwe opdracht aanvaardt van z’n nieuwe voorlopige werkgever. Deze keer wordt ook weer opdracht gegeven om contact te maken met twee andere schepen o.l.v. een andere nog niet bekend gemaakte officier
– “We hebben sensor contact mijnheer”.
– “Twee vriendelijke schepen aan stuurboord”
– “ Ok, stuur ze een welkomstbericht en nodig hun officieren uit voor een verwelkomingbanket om 16.00 uur. Een beetje lekker vr.. hum, eten en goed zui… ahem, drinken zullen de teamgeest zeker goeddoen”, repliceert Hasenfratz rechtopstaand achter in de brug ontspannen de armen achter zijn rug houdend, terwijl hij de twee schepen gadeslaat op het grote centrale scherm voor hen.
Enkele uren later, na zijn parade-uniform te hebben aangetrokken en een hele hoop onderscheidingen opgespeld te hebben, zowel officiële als minder officiële, begeeft Commander Hasenfratz zich naar de brug.
– “Het commandoschip seint dat de officieren klaar zijn om overgestraald te worden mijnheer”
– “Goed, Eerste Oficier jij bent het verwelkomingscomité die hen opwacht in de transporterkamer, daarna leid je ze naar de feestzaal, ik wacht hen daar op. Kwestie van te laten merken wie de belangrijkste persoon is…” besluit Hasenfraz grijnslachend, zijn glanzende stalen gebit onthullend.
Hasenfratz heeft ondertussen plaats genomen aan het hoofd van de reusachtige tafel die onder andere gevuld is met nog bewegende Klingon-delicatessen en Romulaans bier. Tevreden blikt hij over de tafel terwijl het water hem in de mond loopt. Plotseling schuift de deur open en een vaandrig, schijnbaar buiten adem stommelt de zaal binnen.
– “Pfft, hhhft, voor dat ze hier zijn is er eerst iets dat u moet weten Commander!”, steunt en hijgt de vaandrig.
– “Nou, nou, nou, zo érg kan dat toch niet zijn? Na in een team te hebben gezeten met W.B.Kelso notabene, is niks dat me nog verbaast kleintje!”, gromt Hasenfratz met zijn diepe stem.
Op dat ogenblik schuift de deur voor de tweede maal open, verschrikt kijkt de vaandrig naar de deur en gaat er als een haas vandoor om een schuilplaats te zoeken. Verbaast kijkt Hasenfratz de vaandrig na, waarna hij zijn blik op de deur richt en zichzelf opricht uit de stoel, zijn officieren zijn voorbeeld volgend. De eerste officier betreedt de massieve schemerige zaal, verlicht door fakkels aan de wanden en ingericht naar Hasenfratz’ smaak met Klingon en Romulaanse tapijten…
– “ Heren mag ik U aankondigen …” stamelt de Eerste Officier die duidelijk evenmin op zijn gemak is en hevig transpireert.
– “Commodore J.K. Megabyte”, besluit hij terwijl hij wegduikt achter een fraaie uitgesneden zetel die naast te toegangsdeur tegen de muur staat.
Op dat eigenste ogenblik stapt een breedgrijnzende Megabyte de zaal binnen. Gedrapeerd met een cape in een Federatieuniform. Er valt een onwezenlijke stilte terwijl iedereen verbaasd naar de nieuw aangekomenen staren en omgekeerd. De brede grijns waarmee Megabyte de zaal binnenkwam is ondertussen verdampt en overgegaan in een open mond van totale verbijstering. Het enige hoorbaare geluid is het mechanische oog van Hasenfratz dat licht zoemend en klikkend scherpsteld op de nieuw aangekomenen.
Na enkele seconden gooit Hasenfratz met een luid gebrul de bankettafel omver en trekt tegelijkertijd zijn disruptor samen met Megabyte die een phaser bovenhaalt en beiden beginnen een vuurgevecht waarbij zowat de hele zaal in vlammen opgaat. Nadat de ladingen van zowel de phasers als de disruptors opgebruikt zijn (een half dagje over en weer vuren) gaan ze over tot een man-tot-man gevecht. Net op het moment dat Hasenfratz zijn handen, waaronder één mechanische rond de nek van Megabyte heeft gesloten en deze laatste paars begint aan te lopen worden Megabyte en zijn officieren terug overgestraald naar hun schip. Teleurgesteld en ontstemd stampt Hasenfratz naar zijn privé-vertrekken.
– “Ruim deze rommel op” beveelt Hasenfratz terwijl hij de zaal verlaat aan de verbouwereerde zaalverantwoordelijke die terug vanonder een omgevallen kast komt geklauterd en in wanhoop om zich heen kijkt.
In zijn kamer aangekomen staart hij zwijgend voor zich uit door het raam naar de twee andere schepen. Waarbij als je goed kijkt, bij het andere commandoschip ook een klein figuurtje voor een raam ziet staan.
– “We hebben sensor contact mijnheer”.
– “Twee vriendelijke schepen aan stuurboord”
– “ Ok, stuur ze een welkomstbericht en nodig hun officieren uit voor een verwelkomingbanket om 16.00 uur. Een beetje lekker vr.. hum, eten en goed zui… ahem, drinken zullen de teamgeest zeker goeddoen”, repliceert Hasenfratz rechtopstaand achter in de brug ontspannen de armen achter zijn rug houdend, terwijl hij de twee schepen gadeslaat op het grote centrale scherm voor hen.
Enkele uren later, na zijn parade-uniform te hebben aangetrokken en een hele hoop onderscheidingen opgespeld te hebben, zowel officiële als minder officiële, begeeft Commander Hasenfratz zich naar de brug.
– “Het commandoschip seint dat de officieren klaar zijn om overgestraald te worden mijnheer”
– “Goed, Eerste Oficier jij bent het verwelkomingscomité die hen opwacht in de transporterkamer, daarna leid je ze naar de feestzaal, ik wacht hen daar op. Kwestie van te laten merken wie de belangrijkste persoon is…” besluit Hasenfraz grijnslachend, zijn glanzende stalen gebit onthullend.
Hasenfratz heeft ondertussen plaats genomen aan het hoofd van de reusachtige tafel die onder andere gevuld is met nog bewegende Klingon-delicatessen en Romulaans bier. Tevreden blikt hij over de tafel terwijl het water hem in de mond loopt. Plotseling schuift de deur open en een vaandrig, schijnbaar buiten adem stommelt de zaal binnen.
– “Pfft, hhhft, voor dat ze hier zijn is er eerst iets dat u moet weten Commander!”, steunt en hijgt de vaandrig.
– “Nou, nou, nou, zo érg kan dat toch niet zijn? Na in een team te hebben gezeten met W.B.Kelso notabene, is niks dat me nog verbaast kleintje!”, gromt Hasenfratz met zijn diepe stem.
Op dat ogenblik schuift de deur voor de tweede maal open, verschrikt kijkt de vaandrig naar de deur en gaat er als een haas vandoor om een schuilplaats te zoeken. Verbaast kijkt Hasenfratz de vaandrig na, waarna hij zijn blik op de deur richt en zichzelf opricht uit de stoel, zijn officieren zijn voorbeeld volgend. De eerste officier betreedt de massieve schemerige zaal, verlicht door fakkels aan de wanden en ingericht naar Hasenfratz’ smaak met Klingon en Romulaanse tapijten…
– “ Heren mag ik U aankondigen …” stamelt de Eerste Officier die duidelijk evenmin op zijn gemak is en hevig transpireert.
– “Commodore J.K. Megabyte”, besluit hij terwijl hij wegduikt achter een fraaie uitgesneden zetel die naast te toegangsdeur tegen de muur staat.
Op dat eigenste ogenblik stapt een breedgrijnzende Megabyte de zaal binnen. Gedrapeerd met een cape in een Federatieuniform. Er valt een onwezenlijke stilte terwijl iedereen verbaasd naar de nieuw aangekomenen staren en omgekeerd. De brede grijns waarmee Megabyte de zaal binnenkwam is ondertussen verdampt en overgegaan in een open mond van totale verbijstering. Het enige hoorbaare geluid is het mechanische oog van Hasenfratz dat licht zoemend en klikkend scherpsteld op de nieuw aangekomenen.
Na enkele seconden gooit Hasenfratz met een luid gebrul de bankettafel omver en trekt tegelijkertijd zijn disruptor samen met Megabyte die een phaser bovenhaalt en beiden beginnen een vuurgevecht waarbij zowat de hele zaal in vlammen opgaat. Nadat de ladingen van zowel de phasers als de disruptors opgebruikt zijn (een half dagje over en weer vuren) gaan ze over tot een man-tot-man gevecht. Net op het moment dat Hasenfratz zijn handen, waaronder één mechanische rond de nek van Megabyte heeft gesloten en deze laatste paars begint aan te lopen worden Megabyte en zijn officieren terug overgestraald naar hun schip. Teleurgesteld en ontstemd stampt Hasenfratz naar zijn privé-vertrekken.
– “Ruim deze rommel op” beveelt Hasenfratz terwijl hij de zaal verlaat aan de verbouwereerde zaalverantwoordelijke die terug vanonder een omgevallen kast komt geklauterd en in wanhoop om zich heen kijkt.
In zijn kamer aangekomen staart hij zwijgend voor zich uit door het raam naar de twee andere schepen. Waarbij als je goed kijkt, bij het andere commandoschip ook een klein figuurtje voor een raam ziet staan.